Amilcar Oldtimer kopen

Amilcar was een Frans automerk dat maar kort heeft bestaan, van 1921 tot 1939. Het bedrijf was gevestigd in Saint-Denis, in de buurt van Parijs.

Geschiedenis

Amilcar is ontstaan uit een privéproject van ingenieur Edmond Moyet. Moyet werkte bij Citroën, maar in de avonduren ontwikkelde hij een eigen, klein model. Hij vond twee financiers om zijn idee verder uit te werken: Joseph Lamy en Émile Akar. Door de achternamen van de financiers losjes door elkaar te husselen ontstond de merknaam Amilcar.
Amilcar ontwikkelde eerst een zogenaamde “cyclocar”. Frankrijk was berooid uit de Eerste Wereldoorlog gekomen, en er was behoefte aan een klein, goedkoop autootje. De belastingdienst stimuleerde de ontwikkeling van cyclocars vanaf 1921: er gold een lagere belasting als de auto niet meer dan twee zitplaatsen had, een cilinderinhoud van maximaal 1100 cc, en niet meer woog dan 350 kg.

De era van de cyclocars was echter maar kort: in 1924 werden de belastingwetten aangepast waardoor het grootste deel van de voordelen verdween. In 1925 werden de cyclocars fiscaal gelijkgetrokken met andere auto’s.

Financiële problemen

Amilcar schakelde over op het bouwen van gewone auto’s. De verkopen waren echter niet geweldig en de crisis van de jaren ’30 hielp ook niet echt. Amilcar raakte steeds meer in de financiële problemen. Al in 1933 werd het bedrijf feitelijk overgenomen door de Societé financière pour l'automobile. De naam Amilcar bleef wel bestaan. Het bleef echter ploeteren. In 1935 was er nog maar één model over, de Amilcar Pégase, met een motor van Delahaye. Uit nood fuseerde Amilcar met Hotchkiss en gezamenlijk werd er een nieuw, voorwielaangedreven model ontwikkeld onder de naam Amilcar Compound. De productie was net op gang aan het komen toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Civiele auto’s werden niet meer geproduceerd, alle capaciteit ging naar militaire voertuigen. Na afloop van de oorlog was het merk Amilcar geruisloos verdwenen.

Modellen

Het eerste model was de Amilcar CC, een cyclocar met een motor van 900 cc. De CC kwam in 1921 op de markt. Het lichte autootje haalde toch nog een respectabele 100 km/h. Dit model werd in 1925 doorontwikkeld tot de Amilcar CGS “Grand Sport”, met een grotere motor en remmen op alle vier de wielen.
Omdat Amilcar graag aan wedstrijden meedeed, werd in 1925 ook het model CO ontwikkeld. Dit was een éénzitter met een zescilinder motor die ruim 200 km/h haalde. Dit model was al te zwaar om nog een cyclocar te heten.

Toen het bedrijf steeds meer overschakelde op gewone auto’s ontstond de Amilcar Pégase. Het model doet denken aan de veel bekendere Citroën Traction Avant. De Pégase werd samen met Hotchkiss doorontwikkeld tot de Compound, die net als de Citroën voorwielaandrijving had. Bijzonder was dat deze een monocoque chassis had dat deels uit aluminium bestond. Zeer vooruitstrevend in die tijd. Het was ook meteen het laatste model van Amilcar.